vrijdag 20 september 2013

HOE ik schrijf

Ik heb vorige week (op verzoek) beschreven hoe ik mijn boek 'ik, Lente' heb geschreven. HOE dus, op welke manier, volgens welk stramien, volgens welke opbouw. Ik heb mijn manier beschreven op mijn manier, op de bij mij horende 'verse-novel-manier.'
Deze manier past bij me, omwarmt me.
Of ik precies aan je kan overbrengen HOE ik schrijf? Ik heb geen idee. Dat idee heb ik pas als je laat weten in hoeverre het me is gelukt om je te bereiken.


Ik schrijf.
en wanneer ik mag beschrijven
hoe ik schrijf
dan neem ik je mee
gedachteloos
naar zwevende woorden.
Ze wachten op me
hangen ergens in de lucht
die om me heen zijn best doet
om me in zich op te nemen.
De woorden
het zijn er drie, raken me,
in willekeurige volgorde
en ik verberg ze
in de palm van mijn hand
waar ze elkaar vinden
zonder dat ik het zie
omdat de woorden bedekt zijn
door mijn warme handpalm.

drie woorden zijn het
‘vogelverschrikker’
‘prikkeldraadbomen’
‘bron van zotheid’
ze nemen mijn gedachten mee
spelen er mee
zoals mijn gedachten eindeloos spelen
met de woorden.
Ik laat ze leven
of zijn ze in staat
om mijn leven te sturen
een kant op te laten gaan
die ik ontdekkend verken
tot voorbij de bomenrij
die de horizon verbergt.

Ik schrijf
en balanceer daarbij op de grens
van proza en poëzie.
Er lijkt geen grens te zijn.
Die heb ik geschrapt
zoals ik uiteindelijk meer schrap dan schrijf
opdat ik de essentie overlaat
waardoor je zelf
lezer
dat wat ik wegliet
er bij gaat denken.
De woorden die mij vinden zingen
laten me meanderen
door een landschap
dat in mijn hoofd een vorm krijgt.

De drie woorden
ze raken elkaar
na verloop van tijd
versmelten
gaan hun eigen weg
samen
en ik sta er bij
glimlachend
als ik zie
dat de woorden
uiteindelijk niet zonder elkaar kunnen.
Dat ze het verhaal vertellen
dat er al lang was
maar nog nooit was uitgesproken.

Ik schrijf.
Wanneer de laatste punt is gezet
alle woorden fluisterend
op hun plek zijn gevallen
dan kijk ik, laat ik ze gaan
mag je ze lezen
zijn ze van jou
zoals deze woorden
nu
van jou zijn
zoals mijn manier van schrijven
nu jouw manier van lezen is geworden.
Ik schrijf
omdat jij leest
over prikkeldraadbomen
een bron van zotheid
en een vogelverschrikker
opdat jij nu weet
dat ik de woorden vond
in de lucht
die jij uitademde
waardoor het
meer dan je denkt
ook jouw woorden





vrijdag 30 augustus 2013

trefzeker, aangrijpend en meeslepend

Aanstaande woensdag vertel ik over 'ik, Lente', mijn laatste roman.
Dat doe ik in de bibliotheek van Odoorn, mijn woonplaats.
Spannend? mwah...
Vooral uitdagend. Contact met (aanstaande) lezers is voor wat betreft dit boek nieuw.

Mijn overbuurvrouw is vooral benieuwd naar het waarom? Waarom ik schrijf zoals ik schrijf: in korte ritmische zinnen die balanceren op het grensvlak van poëzie en proza.
De bibliothecaresse is nieuwsgierig naar hoe ik me heb ontwikkeld als schrijver sinds ik 27 jaar geleden mijn eerste dichtbundeltje aan haar verkocht en een schrijfwedstrijd van de provinciale bibliotheek won met het verhaal "de kleur bekend".
De schooljuf uit Schoonoord heeft twee kaarten gekocht vanwege de verhalen die ze hoorde over het boek (en omdat ze bij me in de klas zat op de PA)

Ze heeft iedereen zijn reden om te komen. En ik... ik doe het omdat ik graag mijn verhaal vertel, omdat ik graag verhalen vertel, omdat ik graag vertel hoe ik schrijf en waarom ik schrijf.
Want contact met de lezers, dat vind ik belangrijk. Dat gaat net een stap verder dan het contact met de lezer die schrijft hoe hij/zij mijn boek heeft ervaren.
Ik ga een lezing houden. En eerlijk gezegd hoop ik dat er meer lezingen gaan volgen.




Lente is een 'thuismeisje dat graag naar buiten gaat'. Haar moeder Zwaan was zestien toen Lente werd geboren en is nu 'de stervende Zwaan van drieëndertig'. Vader is bij Lente niet bekend. Storm, Lente's vriend is een bosjongen: zijn vader is boswachter. Opa, zit in een rolstoel, kan wel lopen, maar heeft 'prikkeldraadbenen' omdat oma hem belette te reizen. Oma, 'wilde de baas zijn over onnavolgbaarheid'. Zij mishandelde Zwaan en bij de geboorte van Lente is zij weggelopen voorbij de rand van het bos waar Lente niet mag komen. Door het dorp gaan fluisterstemmen over de zes zonen van de postbode die betrokken zijn bij het drama van Zwaan, Oma en Lente. De Vogelverschrikker aan de rand van het bos verpersoonlijkt het drama van deze plek. Roman met boeiende dialogen, uitgediepte karakters en een onderliggende dramatiek. Door de opvallende typografie (een kolom in ruime bladspiegel, waardoor het poëzie lijkt) krijgt elk woord een diepere betekenis. Korte ritmische regels, trefzeker, veelzeggend, vol emotie, maar ook sober, aangrijpend en meeslepend. Kleine druk. 
J. de Jager-v.d. Wijst (NBD|Biblion recensie)

maandag 26 augustus 2013

ik, Lente (de lezing)

KOMT ALLEN!

Ik lente: lezing over een bijzondere manier van schrijven door Jelte van der Kooi

Schrijver Jelte van der Kooi uit Odoorn geeft op woensdag 4 september een lezing over zijn onlangs verschenen boek: “Ik, Lente”.

Ik, Lente vertelt het verhaal van een zestienjarig meisje, dat samen met haar moeder en opa in het dorp Bankschroef woont. Een dorp waar gefluisterd wordt, een dorp waar je niet oud wilt worden.
De roman is geschreven in versvorm , verse novel, een nieuw literair genre en kreeg van lezers zeer positieve reacties.
Tijdens de lezing neemt Jelte u mee in de bijzondere wereld van de verse novel, hij vertelt over het ontstaan van het boek en waarom hij op deze manier schrijft.
Aanvang lezing: 20.00 uur. Toegangskaarten: €2,00 voor bibliotheekleden, € 2,50 voor niet-leden.

Reserveren toegangskaarten mogelijk: info@bibliotheekodoorn.nl / of 0591 512748

Ik zie je graag volgende week woensdag bij mijn lezing!

Jelte

Lente is een 'thuismeisje dat graag naar buiten gaat'. Haar moeder Zwaan was zestien toen Lente werd geboren en is nu 'de stervende Zwaan van drieëndertig'. Vader is bij Lente niet bekend. Storm, Lente's vriend is een bosjongen: zijn vader is boswachter. Opa, zit in een rolstoel, kan wel lopen, maar heeft 'prikkeldraadbenen' omdat oma hem belette te reizen. Oma, 'wilde de baas zijn over onnavolgbaarheid'. Zij mishandelde Zwaan en bij de geboorte van Lente is zij weggelopen voorbij de rand van het bos waar Lente niet mag komen. Door het dorp gaan fluisterstemmen over de zes zonen van de postbode die betrokken zijn bij het drama van Zwaan, Oma en Lente. De Vogelverschrikker aan de rand van het bos verpersoonlijkt het drama van deze plek. Roman met boeiende dialogen, uitgediepte karakters en een onderliggende dramatiek. Door de opvallende typografie (een kolom in ruime bladspiegel, waardoor het poëzie lijkt) krijgt elk woord een diepere betekenis. Korte ritmische regels, trefzeker, veelzeggend, vol emotie, maar ook sober, aangrijpend en meeslepend. Kleine druk. 
J. de Jager-v.d. Wijst (NBD|Biblion recensie)

maandag 19 augustus 2013

Friso

Friso

Mijn leven is overzichtelijk.
Een moeder die Beatrix heet
en Mabel, mijn Mijn.
Samen laten we onze meiden groeien.
Ik ben
al vierenveertig jaar Friso
en over een half uur
ga ik skiën met Florian
omdat ik wil weten.
Ik wil altijd weten.
Mabel zegt
dat de sneeuw zo zacht is
dat het hard kan aanvoelen
en zwart en glad
en duister.
Ze heeft er vanmorgen naar gekeken
met de dromerige ogen
waarin ik graag verdwijn
als onze wimpers in elkaar grijpen.
Mabel vindt
dat ik een goede skiër ben.
Ik bloosde volgens mij
toen ze het in mijn oor lispelde
zoals ik altijd bloos
bij alles wat ze zegt.
Nou ja.
Bij bijna alles.
Tot later papieren bootje.
Tot zo.



Mabel

Ik sluip door je hoofd
terwijl ik mijn best doe
om je niet wakker te maken.
Je slaapt, Friso.
Ik ben op zoek naar je dromen
maar ze zijn onzichtbaar
alsof ze zich hebben verstopt.
Mijn gedachten dwalen in je hoofd
maar ze bereiken je niet.
Het is net of je aan een overkant staat
en naar jezelf kijkt
zonder dat je inziet
dat je niet hier staat
maar daar.
Ik zie je worsteling,
je onrust.
Je woelen en de paniek
achter je gesloten ogen
of is het mijn onrust?
Ik zou jouw gedachten
willen laten dromen.
Ik zou ze willen overnemen
om ze voor je te rangschikken
opdat je straks weer zelf
de mooiste gedachten droomt.




Friso

Er sluipt iemand
op kousenvoeten
door mijn hoofd.
Bijna onopgemerkt
vrijwel onhoorbaar
en niet te voelen.
Toch weet ik het zeker
zonder dat ik voel wie het is.
Ben jij het, mama?
Of jij, Mabel, lieve vrouw?
Of jullie, Luana en Zaria?
Niet weten
maakt het vinden leuker.
Vertel het me niet,
antwoord niet,
laat me vinden
tussen mooie gedachten
en uitgedroomde dromen.
Uiteindelijk zie ik je
waarna ik weet
wat ik nu niet weet -
en nog niet hoef te weten
want wie op kousenvoeten
door mijn hoofd sluipt
heeft een reden
om zich niet bekend te maken.



Mabel

Ik heb nieuwe zinnen gevonden.
Woorden,
dromen
en herinneringen.
Ze zijn, Friso,
een optelsom
van op een rij gezette gedachten.
Van losse dagboekflarden
die we hebben gelezen
om er achter te komen
wie je nog meer bent
op de momenten
dat je de rust nam
om naar jezelf te kijken
en hoe je misschien wel denkt.
Ik weet dat jouw traagste gedachten
nog veel sneller gaan
dan de snelste manier van schrijven.
Ik wil je gedachten graag samenvatten
en mijn woorden toevoegen
aan de woorden die je schreef.
Op die manier wil ik het nieuwe verhaal
aan je voorlezen.
Ik wil nieuwe gedachten toevoegen
aan je dromen
wil de gedachten aanvullen
vanaf het moment
dat jouw gedachten
je dromen
even stilstonden.
Ik weet niet
in welke volgorde je je dagboekflarden schreef.
Er staat geen datum bij
en ik vind ze overal
waar jij ze voor jezelf
hebt achtergelaten
Ik vond ze zonder zoeken
en denk dat het jou helpt
als ik ze aan je voorlees
samen met mijn gedachten er tussen door.
Ik weet niet altijd hoe je je voelde
toen je ze schreef
en je dromen of werkelijkheden samenvatte.
Ik lees jouw gedachten, Friso
en misschien geef je nu nieuwe woorden
waardoor je gaat begrijpen
waarom ik rondloop
in jouw hoofd.
Ik laat je kijken naar mijzelf
zoals ik nu kijk naar jou en je dagboekwoorden,
jouw dromen
en herinneringen
lieve, lieve Friso.



Mabel

Ik weet het.
Ik ga uiteindelijk
ook die kamer
in je hoofd openen.
Dat weet ik.
Maar ik wacht er nog even mee.
Het liefst tot het moment
dat ik zeker weet
dat je er klaar voor bent.
Eerst moet ik je laten zien
wat er nog meer is.
Ik denk
dat je veel niet meer weet
of veel nog niet weet.
Vergeten
weggestopt
opgeborgen
in die laatste kamer.
Ik weet het.
Ik heb de sleutels
en de rust
om te kijken
te beschrijven
en te ontrafelen
waar jij een andere rust hebt
dan ik
en niet van een afstand kan kijken
naar jezelf
en wat je bezig houdt.
Dat weet ik.
Ik open die laatste kamer
als het tijd is
om hem te ontsluiten.
Maar nu nog niet.
Ik bereid je er rustig voor
op wat je niet meer weet
of nog niet weet.


Tot zover de eerste vijf pagina's van een boek dat ik schreef.
Ik ga het boek nu voor mezelf printen om het daarna aan mezelf voor te lezen.

En jij?
Nieuwsgierig naar het vervolg?

zaterdag 22 juni 2013

NIEUWS: ZOMERZINNEN

WoordenWoud
Jelte van der Kooi speelt op ongeëvenaarde manier met woorden. Uw woorden. Hij krijgt van u een woord, schrijft er een gedicht over dat een plek krijgt in het WoordenWoud, een bos dat groeit met elk gedicht dat hij schrijft. Klaar terwijl u wacht!
Een combinatie van poëzie en proza in een artistieke omgeving: Uw omgeving.
Aan het eind van de dag leest u tussen de regels door en ziet u door de bomen het WoordenWoud.

Jelte van der Kooi (1965) is schrijver, verteller en denker zonder kaders. In zijn werk brengt hij organisaties en mensen in beweging, verbindt ze door te prikkelen en te spelen met nieuwsgierigheid. Dat doet hij ook met deze zijn onlangs verschenen roman ‘ik, Lente’, een verse novel, lichtvoetig balancerend op de grens van proza en poëzie. Lezers roemen het en noemen het, door vorm en inhoud “het meest bijzondere boek van 2013”

Vanmiddag en vanavond is Jelte aanwezig tijdens Zomerzinnen!

maandag 17 juni 2013

ambassadeurs gevraagd

Ik heb je hulp nodig!

Elke boekhandel koopt scherp in. Te veel voorraad is verlies. Met voorraad blijven zitten is nog meer verlies.
Boeken zijn handelswaar.
Uitspraken van boek(ver)handelaren:
‘Wat ik inkoop, wil ik ook verkopen’
‘Ik moet zeker zijn van een redelijke mate van verkoopbaarheid.’
‘Het boek moet zich zelf verkopen. Ik stel alleen 330 vierkante centimeter tentoonstellingsruimte beschikbaar.’

En zo is het ook natuurlijk.
De andere kant.
Jij koopt een boek:
- omdat je er van hebt gehoord
- omdat je er over las
- omdat je het ziet liggen -> impulsaankoop.

Zo gaat het ook met inkopers van boeken.
Ik, Jelte, kan niet naar elke boekhandel stappen om ervoor te zorgen dat ik 330 vierkante centimeter tentoonstellingsruimte in een boekhandel krijg. Er verschijnen zo veel boeken per jaar. Waarom zouden ze mijn boek inkopen?

Daar heb ik hulp bij nodig.
Jouw hulp, als vriend/ fan/ lezer/ bewonderaar/ ambassadeur van ik, Lente.

Want wat ik zie is dat als mensen mijn boek in handen hebben, als ze het inkijken… dan worden ze nieuwsgierig en blijven ze nieuwsgierig!

Wat stel ik me bij het ambassadeurschap voor?

Je gaat met je beduimelde, vers gelezen exemplaar van ik, Lente naar je boekhandel.
Je gaat in gesprek met de hoofdinkoper/ boekverkoper over ik, Lente en jouw lezerservaring (eventueel aangevuld met de opmerkingen/ recensies van derden.

optie:
1. Je neemt een foto van de verbaasde, nieuwsgierige boekinkoper en deelt de foto via de social media.
2. Je geeft ze mijn adres en telefoonnummer en laat ze een impulstelefoontje met me voeren.
Wat krijg jij er voor?
1. Je bent onderdeel van een bizoender experiment (zo bijzonder dat je t zou willen kussen)
2. Een persoonlijk gedicht van mij voor jou (over een onderwerp naar keuze)

Er ontstaat een win-win-win situatie.
1. Voor de boekhandelaar: hij koopt een bijzonder, persoonlijk aangeprezen boek in dat een redelijke mate van verkoopbaarheid heeft.
2. Voor mij omdat mijn naam en boek meer bekend raken.
3. Voor jou omdat je een persoonlijk gedicht krijgt en er een grotere kans is dat er een tweede verse novel wellicht eerder het licht zal zien.

Wie wordt de ambassadeur van ik, Lente? Jij?

Alvast bedankt.

Meer info (voor de boekhandelaar :) )