zaterdag 22 juni 2013

NIEUWS: ZOMERZINNEN

WoordenWoud
Jelte van der Kooi speelt op ongeëvenaarde manier met woorden. Uw woorden. Hij krijgt van u een woord, schrijft er een gedicht over dat een plek krijgt in het WoordenWoud, een bos dat groeit met elk gedicht dat hij schrijft. Klaar terwijl u wacht!
Een combinatie van poëzie en proza in een artistieke omgeving: Uw omgeving.
Aan het eind van de dag leest u tussen de regels door en ziet u door de bomen het WoordenWoud.

Jelte van der Kooi (1965) is schrijver, verteller en denker zonder kaders. In zijn werk brengt hij organisaties en mensen in beweging, verbindt ze door te prikkelen en te spelen met nieuwsgierigheid. Dat doet hij ook met deze zijn onlangs verschenen roman ‘ik, Lente’, een verse novel, lichtvoetig balancerend op de grens van proza en poëzie. Lezers roemen het en noemen het, door vorm en inhoud “het meest bijzondere boek van 2013”

Vanmiddag en vanavond is Jelte aanwezig tijdens Zomerzinnen!

maandag 17 juni 2013

ambassadeurs gevraagd

Ik heb je hulp nodig!

Elke boekhandel koopt scherp in. Te veel voorraad is verlies. Met voorraad blijven zitten is nog meer verlies.
Boeken zijn handelswaar.
Uitspraken van boek(ver)handelaren:
‘Wat ik inkoop, wil ik ook verkopen’
‘Ik moet zeker zijn van een redelijke mate van verkoopbaarheid.’
‘Het boek moet zich zelf verkopen. Ik stel alleen 330 vierkante centimeter tentoonstellingsruimte beschikbaar.’

En zo is het ook natuurlijk.
De andere kant.
Jij koopt een boek:
- omdat je er van hebt gehoord
- omdat je er over las
- omdat je het ziet liggen -> impulsaankoop.

Zo gaat het ook met inkopers van boeken.
Ik, Jelte, kan niet naar elke boekhandel stappen om ervoor te zorgen dat ik 330 vierkante centimeter tentoonstellingsruimte in een boekhandel krijg. Er verschijnen zo veel boeken per jaar. Waarom zouden ze mijn boek inkopen?

Daar heb ik hulp bij nodig.
Jouw hulp, als vriend/ fan/ lezer/ bewonderaar/ ambassadeur van ik, Lente.

Want wat ik zie is dat als mensen mijn boek in handen hebben, als ze het inkijken… dan worden ze nieuwsgierig en blijven ze nieuwsgierig!

Wat stel ik me bij het ambassadeurschap voor?

Je gaat met je beduimelde, vers gelezen exemplaar van ik, Lente naar je boekhandel.
Je gaat in gesprek met de hoofdinkoper/ boekverkoper over ik, Lente en jouw lezerservaring (eventueel aangevuld met de opmerkingen/ recensies van derden.

optie:
1. Je neemt een foto van de verbaasde, nieuwsgierige boekinkoper en deelt de foto via de social media.
2. Je geeft ze mijn adres en telefoonnummer en laat ze een impulstelefoontje met me voeren.
Wat krijg jij er voor?
1. Je bent onderdeel van een bizoender experiment (zo bijzonder dat je t zou willen kussen)
2. Een persoonlijk gedicht van mij voor jou (over een onderwerp naar keuze)

Er ontstaat een win-win-win situatie.
1. Voor de boekhandelaar: hij koopt een bijzonder, persoonlijk aangeprezen boek in dat een redelijke mate van verkoopbaarheid heeft.
2. Voor mij omdat mijn naam en boek meer bekend raken.
3. Voor jou omdat je een persoonlijk gedicht krijgt en er een grotere kans is dat er een tweede verse novel wellicht eerder het licht zal zien.

Wie wordt de ambassadeur van ik, Lente? Jij?

Alvast bedankt.

Meer info (voor de boekhandelaar :) )



donderdag 13 juni 2013

proefdraaien

Proefdraaien.
Aanstaande zaterdag 15 juni kun je mijn woorden in de open lucht tegen komen.
Zo maar. Tenminste, als je over de stadsvloer van Emmen loopt, in de Noorderstraat, ter hoogte van boekhandel Vermeer.
Daar loop ik tussen 1300 en 1500 uur rond, op zoek naar je mooiste woord.
Ik vraag je je mooiste woord en in ruil daarvoor krijg je een gedicht dat ik vervolgens door de straat laat varen!

Beetje vaag en wellicht iets te romantisch, bovenstaande beschrijving!

Nog een poging:

Kom gewoon kijken.
Wat je ziet: een gedichtenrij waar je tussen door kunt lopen om gedichten te lezen die ik ter plekke schrijf naar aanleiding van een woord dat ik van je krijg.

Oh ja. Ik neem ook mijn recensiescherm mee (zie foto) om de aandacht te vestigen op ik, Lente, mijn boek, dat op hetzelfde moment verkrijgbaar is bij boekhandel Vermeer. En omdat ik toch in de buurt ben kan ik gelijk een opdracht/ gedicht voorin jouw exemplaar schrijven.




Jelte van der Kooi (Urk, 1965) woont in Odoorn en is schrijver, verteller en denker zonder kaders. In zijn werk brengt hij organisaties en mensen in beweging, verbindt ze door te prikkelen en te spelen met nieuwsgierigheid. Dat doet hij ook met deze zijn onlangs verschenen roman ik, Lente, een verse novel, lichtvoetig balancerend op de grens van proza en poëzie. ik, Lente is zowel in papieren versie als voor smartphone verkrijgbaar Daarmee hoopt de schrijver naast de reguliere romanlezer ook de nieuwe generatie lezers aan te spreken. Van der Kooi: “Mijn grotere doel is om jongeren weer aan het lezen te krijgen, ze weer plezier te laten krijgen in het lezen van boeken, ze laten wegdromen bij een mooi verhaal en hun nieuwsgierigheid te prikkelen.”
De hoofdpersoon in het boek, Lente, is zestien jaar en woont samen met haar moeder en opa in het dorp Bankschroef. Een dorp waar gefluisterd wordt, een dorp waar je niet oud wilt worden. Haar overzichtelijke leventje wordt ontwricht wanneer ze van haar moeder hoort dat die ernstig ziek is.


Van Jelte van der Kooi verscheen in 2000 de roman Martin – 2-14 december 1975, over een fictief personage dat als één van de gegijzelden betrokken raakt bij de treinkaping bij Wijster.

De oud-onderwijzer houdt zich verder intensief bezig met activiteiten rondom leesbevordering, in welk verband hij ‘Meester Korneel’ in verhalen opvoert, en regelmatig zelf in Meester Korneels huid kruipt om verhalen te vertellen.


www.booklight.nl
inkijkpagina’s van ik, Lente: http://www.booklight.nl/wp-content/uploads/9789491472275.pdf
https://www.facebook.com/ik.Lente

eerdere publicaties over ik, Lente: http://kooigevecht.blogspot.nl/

woensdag 5 juni 2013

knikkeren

‘Papa, ik wil graag knikkers mee naar school. Ik heb gisteren deze vier knikkers gewonnen', zegt mijn zoon.

De schrik slaat me om mijn hart. Waarom dat zo is?
Mijn gedachtensprong:

Je bent vijf, je gaat knikkeren met valsspelende jongens van tien, elf. Je neemt mijn knikkers mee, mijn sieraden, mijn veroveringen van oh zo lang geleden. Mijn dubbele dikken en dikken, de eentjes en de katte-ogen. En aan het eind verlies je alles.

Dat is mijn gedachte. 
En ik herinner dat ik jaren geleden als meester getuige was van dit tafereel:

Spelknikkers.

,,Op het randje!”
,,Nee hoor.”
,,Hij moest nog!”
,,Nou ben ik.”
,,Ik ben.”
,,Echt niet jong.”
,,Doorrollen.”
,,Nu is zij en daarna ben jij.”
,,Ik lig.”
,,Ja dahahag, dat is vals.”
Gewoon een paar pauze-buiten-gehoord-zinnen. Onbegrijpelijke zinnen, uitgesproken door gewone kinderen in een vreemde fantasierijke taal met korte kreetachtige zinnen.
,,Uitlaat.”
,,Ja dahahahag!! Dat heb je net zelf bedacht.”
,,Nee hoor, vraag maar na.”
,,Je loopt weg en nu wil je weer mee doen.”
,,Het was nep hoor.”
Het gesprek gaat verder, de zinnen rollen over het schoolplein in de pauze en als ik luister met mijn ogen dicht klinkt het vreemd, alsof ik in een andere wereld ben terechtgekomen. Het is kinderknikkertaal, het zijn de regels van het knikkerspel die besproken, die geroepen worden. Het zijn de regels die horen bij de mooie glazen stuiters: de dikken, de katte-ogen en de dubbele dikken, de duizendknikker en de eentjes, de mooien en de bonken. Een levensechte wereld waarin de kinderen hun eigen regels hebben gesteld, hun eigen grenzen hebben bepaald. Regels die ik niet snap, die de andere meesters en juffen niet snappen en die de kinderen soms zelf niet snappen. Misverstanden leiden tot halve ruzies en kwade gezichten, ze leiden van “ik knikker niet meer met jou” tot “ik ook lekker nooit meer met jou”.
,,Het was geen nep. We zouden voor echt gaan.”
,,Dan doe we het potje over.”
,,Ja, mooi niet.”
,,Jij had een dikke en ik had alleen maar drie katte-ogen, dat was ook niet eerlijk.”
De twee knikkerkemphanen kijken om zich heen. Meer kinderen willen wel even gebruik maken van deze knikkertegel maar ze kunnen niet omdat de knikkerrivalen de plek bezet houden. De zon schijnt en het knikkeren is weer begonnen dit jaar. De glazen druppels rollen weer, de glazen tranen die zo veel waard zijn, die zoveel losmaken, die laten lachen en huilen, die laten triomferen en teleurstellen, die onderdeel zijn van het spelen, van het spel, van het spel om de knikkers.
,,Oké dan. Dan beginnen we weer opnieuw.”
,,Nu hoeft het niet meer van mij. Jij mag ze wel hebben.”
,,Hier, dan heb jij je eigen knikkers weer terug.”
,,Dank je wel. Nog een keer?”


En dan opeens, terwijl ik mijn zoon aankijk schiet het toverwoord door mijn hoofd:
                                   LOSLATEN.
En ik laat los en geef je natuurlijk knikkers mee.

Vanmiddag kijk ik je vragend aan.
‘En?’, vraag ik ‘hoe ging het knikkeren?’
‘Daar wil ik het nu niet over hebben’, antwoord je.
‘Oh ja, toch wel. Ik heb er nu één minder maar de mooiste heb ik bewaard. Die wil ik niet kwijt.’
Ik aai je over je bol, schouderklop je en glimlach.
‘Morgen weer?’, vraag ik.
Je knikt.

‘En nu ga ik weer buiten spelen hoor’, zeg je. En weg ben je. 

zondag 2 juni 2013

Samen niet wij

Die onbedwingbare drang om te schrijven. Ik heb hem, elke dag weer. Zeker nadat ik deze week bij de beste singer songwriter de tekst van Maaike Ouboter hoorde.
"Dat ik je mis..." 
Een fijne tekst die meer weglaat dan toevoegt en daardoor veel meer toevoegt doordat ze weglaat.
Ik kreeg van verschillende kanten te horen dat ze in het lied de stijl van mijn laatste roman ( ik, Lente) herkenden.
Het leverde me kippenvel op en ik dacht: Dat wil ik ook: een tekst schrijven die gezongen kan worden. Een lied vol rijm en binnenrijm, een tekst die model kan staan voor een lied. 
Het liet me niet los en gisteravond stroomden de eerste woorden van het lied, mijn lied, binnen.
Ik mag nog schaven en verder schetsen maar ik wil hem nu al even kwijt. Aan jou!

de werktitel?
Samen niet wij
(te zingen door een mevrouw...)

zie je die zwaluw
daar in de schaduw
onder die wolk
die over ons grijst

jij ziet hem komen
waar ik hem zie gaan
vlieg mee op zijn vleugels
helemaal los voortaan
van jou...

je verstikt me
ontwricht me
verdooft me
berooft me
van wie ik was
je wil me
ik stil me
ver van jou

ik jouw vrouw
jij niet mijn man
ik en jij 
samen niet wij
laat me maar vrij
met de zwaluw gaan

het zomert maar niet in mijn hoofd
je bedekte mijn denken
gedachten door je geleidt
ik weet dat ik ga nu
zwaluw me van je 
weet dat ik me bevrijd

ik volg het water
mijn gedachten zullen later
meanderend gaan
op vleugelslagen wiek ik
op de adem van een zucht
een weldoordachte vlucht 
weet dat het beter is
dat het zo veel beter is
voor ons dat wij niet samen is
loslaten niet missen is
het gaan en niet komen is

zie je die zwaluw
daar in de schaduw
onder die wolk
die over ons grijst


jij ziet hem komen
waar ik hem zie gaan
vlieg mee op zijn vleugels
helemaal los voortaan
van jou...