donderdag 28 februari 2013

Dé prijs


Dé prijs!

Uit het nieuws:

AMSTERDAM (Novum) - Arnon Grunberg is met De Man Zonder Ziekte genomineerd voor De Zwarte Bladzij, de prijs voor het meest overschatte boek van het jaar. Hij moet de twijfelachtige eer delen met negen andere schrijvers, onder wie Hanna Bervoets, Leon de Winter en Oek de Jong. De prijs wordt dit jaar voor het eerst uitgereikt.

Een prijs dus. Voor het meest overschatte boek van het jaar.

10 prijzen die ik niet wil winnen.

1. de open haard prijs, voor het boek dat de beste zuurstof/ brandbare stof verhouding heeft.
2. de melkboerenhondenhaarprijs, voor het boek dat té grijs is om op te vallen.
3. de maaiveldprijs, voor het boek dat ver boven het maaiveld uitkomt maar waarvan toch de kop niet wordt afgehakt.
4. de elastiekjesprijs, voor het boek dat jou uitrekt maar je daarna met een klap in de werkelijkheid terugbrengt.
5. de blotebillenprijs, voor het boek dat van alles suggereert maar niets laat zien.
6. de DWDD prijs, voor het boek dat besproken wordt bij ‘De wereld draait door’, alleen omdat het er besproken wordt.
7. de elandproef prijs, voor het boek dat stabiel lijkt maar op onverwachte momenten uit de bocht vliegt.
8. de vijf over twaalf prijs, voor een boek dat zijn tijd ver voor uit is en daardoor nooit gewaardeerd zal worden.
9. de klokhuisprijs, voor het boek dat in potentie een prijs zou moeten kunnen krijgen maar waarvan de zaadjes onvoldoende ontkiemden.
10. de gebakken lucht prijs, voor het boek dat drie mooie zinnen heeft maar 63000 woorden voor nodig heeft om die zinnen uit te leggen.

Prijs 11 Ik daag je uit om die zelf te bedenken.

Welke prijs ik zou willen krijgen?
De prijs voor ‘het meest bijzondere boek van 2013 van de meest zelfverzekerde schrijver.’

Die prijs is er nog niet. Maar als hij in het leven wordt geroepen dan gaat hij naar mijn, nog te verschijnen boek!
Waarom ?
Daarom.

dinsdag 26 februari 2013

het ongelezen gelezen boek

Ik kom op veel basisscholen en wanneer ik tijd heb struin ik met mijn ogen en mijn vingers door de boekenkast. Ik aai boekenkaften, streel de woorden en voel de titels. Mijn ogen speuren, altijd  op zoek naar ongelezen boeken. Boeken die, wanneer je ze uit de kast pakt, dicht blijven.
Ik zoek niet naar boeken die openvallen omdat het kind het open heeft weggelegd in afwachting van weer een leesmoment. Ik ben niet op zoek naar boeken die geopend blijven op de plek waar iemand met het knokkelkootje van zijn pink over de bladzijden is gegaan om het boek open te houden zonder dat de bladzijden omwaaien.

Ik ben op zoek naar het boek dat ooit is gekocht maar nooit is gelezen.
Ik ben op zoek naar de nachtmerrie van elk boek, de angst van elke schrijver.
Wel vreemd, die afwijking van me, ik begrijp uw reactie. Want wie pakt nu juist dát boek dat er ongelezen uitziet. Niemand toch? (ja, behalve ik, op zoek naar het ongelezen, strak in de kaft zittende weesboek).

Hoe, en dat is mijn KOOIgevecht van vandaag, zorg ik er voor dat mijn nieuwste boek niet dat lot is beschoren. Dat mijn hoofdpersoon tot leven komt terwijl de letters en woorden worden geaaid en gestreeld met ogen die lezen. Hoe zorg ik er voor dat het boek nog een keer wordt gepakt, voor een tweede leesronde.

De oplossing is er niet. Wat ik wel aan de uitgever heb voorgesteld is om mijn boek te voorzien van een nieuw procedé. De drukker beweert in staat te zijn om een nieuw boek een gelezen uiterlijk mee te geven: Een paar ezelsoren, wat pinkkootknokkelvegen, enige smoezelige koffievlekplekken, dat soort gekkigheden.

Ik ben benieuwd. Wat ik wel weet is dat de drukker nog op zoek is naar meer mensen die enthousiast zijn voor zijn uitvinding. Tot nu toe namelijk heeft hij nog bijna geen handen op elkaar gekregen (in feite ben ik de enige die positief reageerde). Misschien vind jij het ook een goed idee. Ik ben benieuwd.

Terwijl jij nadenkt over een antwoord zoek ik verder naar ongelezen boeken omdat elk ongelezen boek dat ik vind er voor zorgt dat ik nog beter mijn best doe om een boek te schrijven dat gelezen wordt.




woensdag 20 februari 2013

Peter Pan is dood, leve Peter Pan.


Peter Pan is dood.

Zo’n bovenschrift trekt je aandacht, of je het wilt of niet.
Je hersenen kraken.
Peter Pan? Is dat niet…?
Ja, dat is de vliegende jongen die strijd levert met kapitein Haak en 'het volwassen worden'.
Geholpen door elfenstof van Tinkerbel zweeft hij door never neverland en avontuurt hij.

En nu is hij dood. Tenminste, dat bedenk ik om te zien of ik een hoax kan creëren.

Volgens Wikipedia:
Hoax
 is in het Engels een woord voor poets, nep, bedrog, truc, oplichterij, broodjeaapverhaal. Het woord is waarschijnlijk een samentrekking van hocus pocus.

‘Peter Pan is dood’ is een hoax. Dat u het weet. Maar misschien trappen mensen er in: Volwassenen vooral die Peter Pan nooit hebben toegelaten in hun leven en nu opgelucht adem halen.

Wanneer ik had geschreven: ‘de Peter Pan in mij is dood’, dan was het geen hoax geweest.
Dan was het meer een metaforisch beeld geweest, er op duidende dat het kind in mij verloren is gegaan.

Ook dat is niet waar. Het kind in mij leeft! Het speelt met onze zoon van vijf met een piratenschip van Playmobil. We staan samen, en naast elkaar, in het kraaiennest, roepen ‘schip ahoy’, en gooien het anker los. Een blauw kleed is de zee dat soms het schip aan het zicht onttrekt als het gezonken is. De watten die we vinden in de douche worden rookpluimen die uit de kanonnen komen als we schieten op aanvallers. We zijn de kapitein die met barse stem zijn piratenmakkers aanvuurt. We zijn de lichtmatroos die met een hand in het want hangt. We zijn levensgevaarlijk maar niet levensbedreigend. We varen op een kogge over de Zuiderzee of op een admiraalsschip over de zeven oceanen, en nog verder.
Wij zijn samen Peter Pan. Onze zoon de Peter Pan die groter groeit, ik de Peter Pan die nog altijd in me meevaart.
Zo genieten we van elkaar tijdens het spel en is de grens tussen fantasie en werkelijkheid klein.

Zo gaat het ook met mijn nieuwste (nog te verschijnen) boek. Een goede vriendin, die het proeflas, gaf me de woorden ‘mooi zeg’, ‘heftig’ en ‘hoe ik dit had bedacht?’ terug.
Zoals elk kind een spelende Peter Pan in zich heeft blijk ik ook nog een schrijvende Peter Pan in me te hebben. Ik geniet van deze Peter want hij reikt me de woorden die ik kan gebruiken. Woorden die laten glimlachen, op barse toon spreken, zinken onder een blauw kleed. Woorden die het anker lichten, die met een hand in het wand laten zweven. Woorden die met watten schieten en woorden die op zeven oceanen tegelijkertijd varen.
Ik ben blij met de Peters Pan in mijn leven.

Peter pan is niet dood. Hij leeft!






vrijdag 15 februari 2013

Loslaten!!!


Loslaten!!!

Ik kom de term vaak tegen op twitter. Tenminste in mijn tijdlijn.
Mooie tegeltjeswijsheden waarin wordt opgeroepen om vooral los te laten:

‘het krachtigste medicijn voor ellende is loslaten’ @GewoonBjorn_
(dus ik moet loslaten om ellende te krijgen ?)

‘verander door het loslaten van je overtuigingen’ Wayne Dyer
(dus ik moet mijn overtuigingen loslaten, anders verander ik niet. Dan moet ik eerst op zoek naar overtuigingen, daaraan vastgrijpen voordat ik kan loslaten…)

‘mensen met blauwe ogen kunnen moeilijk t verleden loslaten.’ @OOGhoroscoop
(dus ik moet bruine ogen nemen? of geen verleden hebben?)

Loslaten. Hoe doe je dat eigenlijk?
Kan dat wel?
Loslaten is een beweging, geen werkwoord.
Het is geen momentopname maar een proces.
Loslaten is een containerbegrip, een holle frase, een woord zonder betekenis dat pas betekenis krijgt door context en dus niet is te vatten in 140 tekens.

Ik schrijf een boek. Ik heb een boek geschreven. Het ligt bij de uitgever.
Ik denk er over na hoe ik je zo ver krijg dat je het gaat lezen.

Ik geef je gewoon de opdracht:
LEZEN!!!!!!

Voel je ‘m?
Het werkt niet.
Je weet wat lezen is (net zoals je een beeld hebt bij ‘loslaten.’)
Maar op het moment dat het een opdracht wordt, inclusief ‘!!!!!!’ dan haak je af.
Ik moet je dus nieuwsgierig maken, prikkelen, uitdagen.
Dat is mijn KOOIgevecht vandaag, daar denk ik over na.
Misschien heb je een tip voor me.
Hoe krijg ik jou zover dat je mijn boek gaat lezen?

Maar eerst wat drinken.
Even dit KOOIgevecht loslaten!!!!!!


woensdag 13 februari 2013

Gank de stonkert


Kijk, technisch goed schrijven is niet zo moeilijk.
Je plakt wat letters aan elkaar en zorgt dat je schrijfsel leesbaar is.
Er hoort een werkwoordvervoeging in de zin te zitten, de zin moet niet te wollig zijn en dient te eindigen met een .
Of met een ? Of met een !

Het boek dat ik af heb heeft van alles van dat allemaal in zich.

Het is een aaneenschakeling van letters, van werkwoorden, van punten, komma’s en vraagtekens.
En toch kan ik de neiging niet altijd onderdrukken om recalcitrant te zijn. Om cijfers te schrijven waar ik het getal voluit moet schrijven. Om zinnen op te nemen die wollig zijn of om zinnen niet af te ma…

Dan bedapper ik me, hou mezelf in en schrijf volgens de regels. Ook al heb ik de neiging me er tegen te verzetten, tegen te vechten, tegen te strijden, een kruistocht te ondernemen…

In een boek moet het gaan zoals men vindt dat het moet gaan, zegt men.
In een blog als dit hoeft het niet, vind ik.
Vandaar dit statement:

Zwovende lerebuiten druizen de wonkdragende huinders over de zwalgbundels.

Gank de stonkert mut dei zwovende lerebuiten!!!

Ik hoor graag of je het er mee eens bent!

zondag 10 februari 2013

wie dit leest, leeft...


Wie dit leest, leeft…

Mooie titel?
In elk geval simpel. En toch ook een titel om over na te denken.

Zo wil ik dat mijn nieuwste boek is: op het eerste oog simpel, op het tweede oog om over na te denken en op het derde oog om nog een keer te lezen om te zien wat je de eerste keer miste.
Het moet een boek zijn dat in alle eenvoud diep onder je huid gaat zitten.

Dat is mijn KOOIgevecht vandaag: een boek schrijven dat uitnodigt om meer dan 1 keer te lezen.
In mijn boekenkast teveel boeken die ik las maar nooit herlas. Daarnaast ook pareltjes die ik meer dan twee keer heb gelezen:
Aan de rivier, van Steven Herrick; Fortuna’s dochter van Isabel Allende; de rover Hoepsika, van Paul Biegel;…

Ik zet hoog in, wil niet dat mijn boek na een keer lezen in de boekenkast komt te staan. Ik ga voor herlezende lezers.


Wie dit leest, leeft…

Mooie titel?
In elk geval simpel. En toch ook een titel om over na te denken.

Zo wil ik dat mijn nieuwste boek is: op het eerste oog simpel, op het tweede oog om over na te denken en op het derde oog om nog een keer te lezen om te zien wat je de eerste keer miste.
Het moet een boek zijn dat in alle eenvoud diep onder je huid gaat zitten.

Dat is mijn KOOIgevecht vandaag: een boek schrijven dat uitnodigt om meer dan 1 keer te lezen.
In mijn boekenkast teveel boeken die ik las maar nooit herlas. Daarnaast ook pareltjes die ik meer dan twee keer heb gelezen:
Aan de rivier, van Steven Herrick; Fortuna’s dochter van Isabel Allende; de rover Hoepsika, van Paul Biegel;…

Ik zet hoog in, wil niet dat mijn boek na een keer lezen in de boekenkast komt te staan. Ik ga voor herlezende lezers. ;)

woensdag 6 februari 2013

inspiratie kun je oproepen


‘Inspiratie kun je oproepen.’

Dat schreef Iris Boter op twitter naar aanleiding van mijn vraag om inspiratie.
Vervolgens ben ik er over na gaan denken.
Is het zo? En hoe dan? Waar zit de knop die ik in kan drukken of om kan zetten?

Ik ben een dromer, een ‘imagioner’. Ik zie, associeer, beeld in en ontdek ‘onder de huid kruipende woorden’ terwijl ik ze schrijf. Ik knutsel met gedachten, streel ideeën, raak ze met mijn ogen om ze tot grote plannen vol kleine woorden om te zetten.

Ik weet dat ik heel groot denk, dat er in mijn hoofd ruimte is voor drie heelal-len (bestaat er eigenlijk een meervoud van heelal?) zeventien oceanen en dertien gedachten die je op de zijkant van een vel papier kunt schrijven.
Tegelijkertijd weet ik dat het geen voordeel voor me is dat ik zo groot denk.
Een schrijver moet schrappen en een dromer zoals ik zal uit al zijn dromen dat ene kleine onderwerp moeten halen dat een thema kan zijn voor een verhaal.

Inspiratie kun je oproepen.
Ja, dat klopt.
Maar ik heb teveel inspiratie. Dat is mijn kooigevecht.
Ik moet mijn inspiratie eerder wegstoppen dan dat ik het op hoef te roepen…

Terwijl ik dit schrijf heb ik weer genoeg inspiratie opgedaan voor drie boeken, zeven gedichten, vier verhalen waarin meester Korneel de hoofdrol speelt en zes keer een #ikzieje.

Iemand nog een idee van me lenen?




zondag 3 februari 2013

de 51ste tint grijs


Je hoeft niet, bewust of onbewust, een controversieel boek te schrijven om veel gekocht en/of gelezen te worden. Maar het helpt wel.


De gedaanteverwisseling (Kafka); Lolita ( Nabokov); van  muizen en mannen (Steinbeck); de duivelsverzen (Rushdie)… zo maar wat namen uit de serie ‘verboden boeken’ die de Volkskrant opnieuw uitgeeft. Allemaal controversieel in de tijd dat ze uitkwamen.
En neem nu 50 tinten grijs. Iedereen heeft het er over. Controversieel? Het wordt in elk geval gekocht vanwege de aandacht voor het afwijkende, het bijzondere, het andere, het verdergaande, het...

Nog een voorbeeld, dichter bij mijn eigen huis:
In 2000 kwam mijn debuutroman op de markt met de titel ‘Martin’ (ondertitel: 2-14 december 1975).
In de periode voorafgaand aan het uitkomen kreeg ik bezoek van een vriendelijke doch zakelijke politieagent die wilde weten of ik rechtmatig aan het materiaal was gekomen op grond waarvan ik het boek had geschreven… (processen verbaal vol vermeend staatsgeheim waarin de kapers en gegijzelden verhaalden over wat er was gebeurd in de trein die stilstond in Wijster tussen 2 en 14 december 1975)

De controverse was er door de nieuwsgierigmakende combinatie ‘onrechtmatig; politieonderzoek; staatsgeheim; treinkaping; Wijster; …'
Gevolg was veel aandacht van krant, radio en tv. Commentaren werden er aan gewijd, ingezonden brieven met scherpe meningen werden gepubliceerd, pagina grote artikelen in de krant over mij en de inhoud van het boek, radio-optredens, mijn televisiedebuut,…

                            

Gevolg: Een debuutroman met meer dan 2300 verkochte exemplaren.

Het kooigevecht dat ik hier nu met mezelf voer is deze:
Is het boek door lezers gekocht vanwege de controverse, vanwege het onderwerp of vanwege de kwaliteit?
Ik denk zeker te weten dat het antwoord is dat het vooral is gekocht op basis van de eerste twee argumenten.

Op dit moment schrijf ik een boek. Stop ik er controversiële gedachten in om de verkoop op te drijven?
Nee, het wordt een boek dat aandacht gaat krijgen omdat het een goed boek is.
(en het zal aandacht krijgen vanwege de vorm… die wel onconventioneel zal zijn, waarover later meer…)

Maar eh… hoe sta jij hierin, lezer van dit blog die misschien alleen klikte vanwege de titel?
Lees je eerder een boek als het controversieel (vijftig tinten grijs…) is of laat je je leiden door de inhoud (vijftig tinten grijs…)?
Schrijf je een boek met in je achterhoofd dat controverse goed is voor 'meer verkochte exemplaren'?

Toch iets om over na te denken, of heb je dat al gedaan?


eerdere kooigevechten:
http://kooigevecht.blogspot.nl/2013/01/ode-van-nico-dijkshoorn-voor-mij.html
http://kooigevecht.blogspot.nl/2013/01/de-verdwijning-van-bassie-en-adriaan.html